De draad is weer opgepakt na een hete bouwvakantie. De bouwproductie draait weer op volle toeren en het motto is vooral veel meters te maken.
Dat de politiek en belangenorganisaties achter de schermen maar niet tot consensus kunnen komen over de invoering van de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen is totaal geen issue op de bouwplaats. Kwaliteit is niet hot in de keet. Toch werken aannemers wel degelijk aan kwaliteit. Niet iets om je voor te schamen zou je zeggen.
Initiatieven
Uitgezonderd de grote groep aannemers die niet aan kwaliteitsborging hoeven te doen omdat ze al generaties lang tevreden klanten hebben is er een groeiende kopgroep bouwers bezig met eigen kwaliteitscontroles. Deels voorgeschreven door de opdrachtgever en deels op eigen initiatief. Deze eigen initiatieven gaan vooral over de toepassing van controle apps waarmee onderaannemers tot de orde worden geroepen.
Voor sommigen is dit het eindstation van kwaliteitsborging maar voor sommigen juist het begin van een traject van verwachtingsvolle structurele verbetering. Deze laatste groep is helaas nog niet groot, de frisse ondernemersgedachte dat met een andere aanpak meer kwaliteit kan worden geleverd tegen geringere kosten vindt nog veel weerstand in traditionele bouwretoriek.
Onwennig
Deze weinige voorlopers in kwaliteitsborging willen dit in de organisatie verankeren en betrekken hier vooral de projectleiders, werkvoorbereiders en uitvoerders bij. Uiteraard voelt dit vanzelfsprekend onwennig. Vooral als hier separate sessies voor worden georganiseerd buiten het reguliere overleg. Hier is de weerstand van de criticasters herkenbaar aan plotselinge afmeldingen of voorbehouden (“ik moet wel op tijd weg hoor”). Soms merken wij dat de initiatiefnemers zich zelfs een beetje schamen. “Peter, kom je er ook even bij? Het gaat over die kwaliteit, weet je wel..”.
Schaamte is een rotgevoel en het houdt je tegen in je ontwikkeling. Op zich logisch als je denkt dat je gedrag vertoont dat niet voldoet aan de norm van sociaal geaccepteerd gedrag. In de bouwkeet over kwaliteit praten, wie doet dat nou?
Rol brancheorganisaties
Het is niet alleen een kwestie van tijd of wetgeving om met elkaar ongeneerd over kwaliteit te praten. Directies en aandeelhouders moeten dit uitdragen en ook gaan begrijpen. Van onbewust onbekwaam naar bewust bekwaam. Brancheorganisaties zouden hier een mooie voortrekkersrol in kunnen nemen. Maar helaas.
Direct na de bouwvak plaatste Bouwend Nederland op hun site: “…als de Eerste Kamer besluit de wet op deze (lees: onze) manier niet in te laten gaan, dan zal Bouwend Nederland in overleg met leden en stakeholders aan de slag gaan om te zorgen dat de bouw- en infrasector meer kwaliteit kan leveren tegen geringere kosten.” Alsof de invoering van lucratieve verbetering van de bedrijfsprocessen door de overheid moet worden opgelegd. Schaam je vooral niet om het voortouw te nemen.
Met “meer kwaliteit leveren tegen geringere kosten” bedoelt Bouwend Nederland volgens mij dat het goedkoper is dan de kosten die private borging met zich mee brengt. Tegen deze context is het wel een ander verhaal.
Ron, jouw suggestie is correct. Maar zelfs dan is dat geen beletsel om gewoon zelf aan de slag te gaan. Private borging brengt inderdaad extra kosten met zich mee waarbij het maar moet blijken dat dit terug te verdienen is met legeskortingen. Echter goed ingerichte kwaliteitsborging verdient zich zelf altijd terug, los van de Wet Kwaliteitsborging.